Rubens werken bezielen de stille dreiging van het hoopvolle en eenzame wachten en verlangen van de mens. Op zoek naar het transcendente verbindt Ruben op symbolische wijze de aspecten van het menselijke gevoelsleven met de fysieke voorstelling van architectonische en natuurlijke elementen, objecten en constructies. Zijn werken dienen in zekere zin als ‘levende’ entiteiten die net zoals de mens in hun fysieke vorm aanwezig zijn en tevens een geestelijke realiteit ontsluieren.
Met zijn ruimtelijk werk (installaties, sculpturen en ervaringsruimtes) wordt er middels interdisciplinaire middelen gezocht naar een balans tussen de zwaarte van deze thematiek in de vorm van het object. En de luchtige, intuïtieve interactie met de (binnen)ruimte en de beleving daarvan. De bezoeker wordt door de aanwezigheid van het ruimtelijk object geconfronteerd met de realiteit en tegelijkertijd uitgedaagd op een diepere laag nader kennis te maken met de ervaring middels interactie. Met zijn werken wil hij een ‘verinnerlijking’ bij de toeschouwer teweeg brengen.
In zijn platte werken (tekeningen en schilderijen) is er een dunne lijn met de realiteit en het abstracte, dat deze verinnerlijking omhelst. De toeschouwer wordt meegenomen in een serene, vervreemde en bijna bedreigende voorstelling. In zekere zin een ervaring van het sublieme. De afgebeelde voorstellingen gaan met hun compositie en kleur over in de voor of achtergrond en lijken binnen het kader van het platte vlak zelf te zoeken waar zei met hun concrete vorm beginnen of ophouden. De dualiteit van schoonheid en angst, aanwezigheid en afwezigheid, eenzaamheid en verlangen confronteren, bevragen en troosten de toeschouwer.